In het onderzoek worden twee typen sensoren gebruikt:

1) een draagbare sensor (PAM) (www.pam.com). De PAM bestaat uit een 3-dimensionale versnellingsmeter, 68x33x10 mm, draadloos verbonden met een basiskastje van waaruit de data wordt verzonden naar een beveiligde database en web applicatie. De PAM wordt gedragen op heup en meet de tijd van alle dagelijkse activiteiten in minuten per dag. De PAM meet de versnelling van het lichaam met de versnellingssensor en drukt de gemeten beweging uit in een bewegingsindex, de PAM-score. De PAM data geeft informatie over hoeveel de revalidant heeft bewogen gedurende de dag en de momenten waarop.

2) omgevingssensoren van Benext (www.benext.eu). Bij de revalidant wordt na ontslag uit het verpleeghuis een draadloos sensornetwerk in de woning geplaatst. Dit sensornetwerk bestaat uit een basiskastje en een combinatie van sensoren die in de verschillende ruimtes in huis worden geplaatst, zoals bewegingssensoren die registreren
of er beweging is in een bepaalde ruimte. De sensorinformatie wordt via een computer verwerkt van waaruit informatie over het dagelijks functioneren gegenereerd kan worden, zoals hoeveel iemand beweegt door huis, hoe lang iemand over bepaalde activiteiten doet, de volgorde van activiteiten die iemand uitvoert. De sensormonitoring zoals gebruikt in de SO-HIP studie is gebaseerd op eerder onderzoek zie ook:
sensor-monitoring-to-measure-and-support-daily-functioning-for-independently-living-older-people

PAM sensor

PAM sensor

Omgevingssensor, PAM sensor en datakastje

Omgevingssensor, PAM sensor en datakastje

 

Data-kastje waar PAM en Omgevingssensordata op wordt verzameld

Data-kastje waar PAM en Omgevingssensordata op wordt verzameld

Sensordata van de PAM sensor

Sensordata van de PAM sensor